Jaarboek 2016: Roep om zelfreflectie

Impressie van de stadsuitbreiding Meinerswijk in de Arnhemse uiterwaarden. Het landschapsplan van Buro Harro is een van de 17 geselecteerde projecten in het Jaarboek. Op 30 november zei de Arnhemse bevolking in een referendum 'ja' tegen de Meinerswijk.

Het jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw 2016 doet een oproep aan de vakwereld om zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Voorzitter van de selectiecommissie planoloog Guido Wallagh lichtte bij de presentatie in het stadhuis van Den Bosch toe hoe de commissie tot haar selectie was gekomen.

De rode draad die de 17 projecten in het jaarboek verbindt is te laten zien dat het ontwerp er maatschappelijk toe doet. ‘De projecten sluiten aan op de grote vragen van vandaag en morgen. Zoals de wateropgave, de klimaatopgave, de nog altijd aanwezige behoefte aan ruimtelijke kwaliteit, van jong tot oud, van vrolijke tot boze Nederlander.’

 

De boekpresentatie vond plaats in Den Bosch, dat met zijn vestingwerken was geselecteerd. Uit de toelichting door gemeentelijk projectleider Huibert Crijns en ontwerpers Martien van Osch en Frank Meijer werd duidelijk dat de maatschappelijke relevantie van dit project voor de stad niet alleen in handen van de ontwerpers ligt, maar juist tot volle wasdom is gekomen door het jarenlange, doelgerichte, vasthoudende en consequente opdrachtgeverschap van de gemeente.

 

In het algemeen, aldus Wallagh, laten de geselecteerde projecten zien dat ‘integraliteit nodig is om tot een verstandig en duurzaam antwoord te komen op complexe opgaven’. En pregnant: het maken van stad en landschap ‘is geen egotripperij van een ontwerper of opdrachtgever, maar zulks ter wille van de samenleving’.


 

De presentatie was daarmee niet alleen maar een feestelijke onthulling van het beste wat de stedenbouw en landschapsarchitectuur in 2016 hebben voortgebracht. Nooit eerder koos een jaarboekcommissie zo weinig projecten uit. Dat mag bevreemdend lijken in een tijd dat de crisissfeer alweer plaatsmaakt voor feestelijke openingen, prijsvragen, inschrijvingen en ruimhartige investeringen.

 

Wallagh signaleert echter dat de ontwerpers de boot dreigen te missen bij juist de grote, complexe opgave die de komende jaren Nederland gaan vormgeven. Wallagh, streng: ‘Stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten spreken onvoldoende de taal van de opdrachtgever, de politiek en de samenleving. We missen de financiële, economische en technische kennis die op dit moment nodig is.’ De ontwerper moet zich ontwikkelen: ‘Welke ontwerper leest naast Blauwe Kamer eigenlijk ook The Economist?’

 

Aan deze zorgen besteedt het Jaarboek expliciet aandacht met een zestal projecten onder de noemer ‘Het nieuwe werken’. Daar ziet de commissie wel voorbeelden van de vereiste nieuwe professionaliteit, bijvoorbeeld in de rol als verbinder, het inzetten van nieuwe technieken en communicatiemethoden, het plaatsen van een ontwerp in een economische, politieke, ecologische en financiële context.

 

Gooi de luiken open, lijkt Wallagh te willen zeggen. Daarmee legt deze laatste commissie onder zijn voorzitterschap alvast de loper uit voor die van volgend jaar, onder leiding van stedenbouwkundige Joks Janssen. Aan hem de vraag om de vinger aan de pols te houden van de maatschappelijke hartslag in het vakgebied.

 

Of om op zoek te gaan naar een heel eigen invalshoek voor de beoordeling van het beste en meest voorbeeldige wat de Nederlandse ontwerpers in 2017 te bieden hebben.

Voorafgaand aan de presentatie werd een excursie langs de vernieuwde vestingwerken gehouden.

Hoofdredacteur Mark Hendriks opent de bijeenkomst in de raadszaal van de gemeente Den Bosch.

Guido Wallagh reikt de eerste exemplaren uit aan Gijs Frencken (Arnhem), Albert Koolma (Den Haag) en Sonja van der Beek (Den Bosch), die hadden deelgenomen aan een
forumdiscussie over de rol van gemeenten bij de stedenbouw.

Scheidend voorzitter van de selectiecommissie Guido Wallagh met hoofdredacteur Mark Hendriks en uitgever Harry Harsema (links).