Nota Ruimte geeft richting, maar echte keuzes blijven uit

Vorige week presenteerde BBB-minister Mona Keijzer de Nota Ruimte, de langverwachte visie van het Rijk op onze ruimtelijke ordening. Hier en daar wordt het al ons kompas voor de toekomst genoemd. Want, zo valt bijvoorbeeld te lezen in de Volkskrant, dit 'bestemmingsplan voor Nederland' laat zien ‘hoe ondanks grote opgaven en vele ruimteclaims Nederland een prettige leefplek kan blijven’.

 

Tekst Mark Hendriks

 

Voor de goede orde: ik juich de comeback van een nationale ruimtelijke ordening van harte toe, en ook ik word ontzettend blij dat we ons weer kunnen buigen over prachtige kaarten waarop de stedelijke, economische, infrastructurele en ecologische hoofdstructuren zijn ingetekend. Ik zie in de nota bovendien lovenswaardige voornemens, zoals de koppeling van toekomstige energievoorzieningen aan energie-intensieve industrieclusters en het plan om nu al te investeren in Twente, Groningen-Assen en Zuid-Limburg om daar de economische en maatschappelijke randvoorwaarden op orde te brengen (zoals de aanleg van de Lelylaan). Ik heb waardering voor de basisgedachte dat elke regio meegaat in de vaart der volkeren, maar dan wel op manieren die passen bij de eigen opgaven en kenmerken. Tot slot is het goed dat de nota aandacht heeft voor de behoeftes die Defensie heeft, al is niet helemaal duidelijk hoe deze claim zich verhoudt tot andere opgaven. Heeft het leger altijd voorrang?

 

Niettemin roept de Nota Ruimte vragen op. Zoals waarom de volgorde waarin de vier ‘integrale thema’s’ – Wonen, werken en bereikbaarheid; Economie en energie; Landbouw en natuur; Water en bodem – gewijzigd is. In de conceptnota die Keijzers voorganger Hugo de Jonge in juni 2024 uitbracht, volgden ze de opbouw van de lagenbenadering, waarmee water en bodem gepresenteerd werden als de fundamenten waarop de andere thema’s moesten plaatsvinden. Door in de definitieve nota de volgorde om te draaien, laat minister Keijzer zien waar haar prioriteiten liggen. Namelijk heel snel heel veel huizen bouwen – ze wijst maar liefst 21 grootschalige en 127 regionale woningbouwlocaties aan. Een principe als ‘bodem en water sturend’ zit haar alleen maar in de weg (naast al die andere regels en procedures waar ze vanaf wil).

 

Wat ook in het oog springt: termen als circulair en natuurinclusief – in de conceptnota nog prominent aanwezig om respectievelijk onze economie en landbouw van de toekomst aan te duiden – lijken of afgezwakt of helemaal verdwenen. Tijdens de persconferentie wilde Keijzer niet stilstaan bij de verschillen tussen haar en De Jonge’s conceptnota, maar ze liet duidelijk merken dat voor dit kabinet economie en landbouw nadrukkelijker op het netvlies staan.

Bedrijventerreinen krijgen een welhaast heilige status - dit demissionaire kabinet kiest nadrukkelijk voor behoud en uitbreiding van werkgebieden. In de nota staat verder dat ‘aan landbouw niet zomaar grond mag worden onttrokken’ en dat van de agrarische sector wordt verwacht dat het ‘bijdraagt aan het versterken van natuur en landschap, het verbeteren van de waterkwaliteit en het halen van klimaatdoelen’. Het kan aan mij liggen, maar dit klinkt toch net wat anders dan ‘dat verandering (van de landbouw, red.) onontkomelijk is, omdat we het anders niet gaan redden’.

 

Al lezend bekruipt me het gevoel dat fundamentele keuzes over systeemveranderingen nog altijd niet gemaakt worden, een conclusie die ook het PBL deze week trok. Ik bedoel: we kunnen natuur en landbouw alleen met elkaar in balans brengen als we eindelijk werk maken van de onvermijdelijke hervorming van de agrarische sector. De woningnood lossen we niet op door ons blind te staren op het bijbouwen van huizen (die, zo lees ik door de regels door, vaak buiten de stad staan, op gestandaardiseerde wijze tot stand komen en vaak ook nog eens volgens het ondoordachte principe van straatje erbij). Waar zijn de uitspraken over het benutten van de bestaande gebouwenvoorraad, het hervormen van de huurmarkt, het ruimte geven aan coöperatieve initiatieven?

 

Het is goed dat de Nota uitgaat van het advies van de Staatscommissie Demografische Ontwikkeling om tot 2050 te mikken op een gematigde groei tot 20 miljoen mensen. Maar het is jammer dat de consequenties van dit streefgetal uit de weg worden gegaan. Want als we grip willen krijgen op met name arbeidsmigratie kunnen we niet heen om de vraag of we bepaalde lagelonen-economieën – met hun negatieve weerslag op ons landschap – zoals glastuinbouw en distributiecentra in hun huidige vorm nog wel wenselijk achten?

Dit soort fundamentele zaken kwamen wel aan de orde tijdens het Ruimtelijk Verkiezingsdebat dat de University of Groningen op 29 september organiseerde. Alsof de Nota Ruimte niet verschenen was, gingen zes politieke opponenten met elkaar in debat over hoe zij onze ruimte zouden inrichten. Die avond wel een gesprek over hoe de omslag naar een circulaire en natuurinclusieve landbouw in de veenweiden en beekdalen, en rond Natura 2000-gebieden – met minder dieren en meer plantaardige en natte teelten – tot nieuwe verdienmodellen leiden en waarmee we daadwerkelijk tot een, zoals de nota schrijft, ‘robuuste en veerkrachtige natuur’ kunnen komen.

 

Hier wel een verdiepend gesprek over dat de woningcrisis meer is dan het wegnemen van regels en bezwaarmogelijkheden – zoals minister Keizer en haar coalitiegenoten van de VVD ons doen geloven. Wonen gaat, zo sprak Habtamu de Hoop van GroenLinks-PvdA, over hoe we willen leven, over waar je een thuis kan opbouwen. Wijkjes aanplakken is dan niet genoeg. Er is een breder verhaal nodig over voor wie we bouwen en hoe we woningbouw in de pas laten lopen met de zorg voor voorzieningen, banen en openbaar vervoer. Een verhaal over hoe woningbouw kan helpen om oude industriegebieden en aandachtswijken op te knappen en te verduurzamen, hoe we de betaalbaarheid borgen door corporaties meer slagkracht te geven, speculatie tegen te gaan, financiële voordelen voor eigenwoningbezit af te schaffen en de huurmarkt toegankelijk te maken voor hogere inkomens.

 

Vorig jaar vroeg Paul Gerretsen van de Vereniging Deltametropool in een gesprek met Blauwe Kamer Kamer aandacht voor hoe we ruimtelijke ordening bedrijven. Hij pleitte voor een aanpak waarmee we alle losse investeringen die nu via talloze nationale programma’s richting gebieden gaan, met elkaar in verband brengen. Wellicht helpen de zogenoemde ruimtelijke arrangementen om per provincie invulling te geven aan de enigszins integrale ambities uit de Nota Ruimte. Maar Gerretsen wil een stapje verder gaan en Nederland opknippen in 36 stukjes om per gebied uit te vogelen hoe we opgaven in samenhang aanpakken, inspelend op gebiedsidentiteiten en rekening houdend met financieringsvormen. Aangezien de uitvoeringsagenda van de Nota Ruimte nog niet gereed is, is het afwachten of zijn wens wordt verhoord.