'Ontwerpen doe je voor de kinderen van je kinderen'

MARTIJN HORST EN PETER HERMENS, WINNAARS VAN DE EO WIJERSPRIJS

Met hun ‘aardkundig fundamentalisme’ pleiten landschapsarchitect Peter Hermens en erfgoedspecialist Martijn Horst voor een nieuwe, bijna religieuze manier om weer verbonden te raken met het landschap. Dat ze er de Eo Wijersprijsvraag mee wonnen, is een mooie erkenning. ‘Je bent niet langer een roepende in de woestijn.’

 

Tekst Eva Vroom

Foto's Christiaan Krouwels

Vlak voor ik vertrek naar het Brabantse dorp Zeeland voor het interview mailt Peter Hermens nog een kaartje met de exacte locatie van zijn bureau Werkend Landschap. Geen overbodige luxe want het bureau zit in een voormalige kippenschuur, enigszins verstopt op een kwekerij voor agroforestry en voedselbossen. In deze enorme ruimte heeft het pluimvee plaatsgemaakt voor geklimatiseerde kassen om in te werken en te overleggen. Een setting die wonderwel past bij de optimistische, hands-onmanier waarop de winnaar van de Eo Wijersprijs 2023 kijkt naar gebiedstransformatie: iets wat je vooral regionaal en bottom-based moet aanpakken.

 

Die winnende inzending maakte hij samen met landschapshistoricus Martijn Horst, die speciaal voor het interview vanuit Deventer naar Brabant reisde. Hun plan gaat over de Achterhoek – met de spraakmakende titel Aardkundig Fundamentalisme. Daarin omschrijven beide heren een methode die ze de afgelopen jaren samen hebben ontwikkeld. In een notendop: Laat landschap, water en bodem leidend zijn in de planvorming, en blijf dicht bij de culturele identiteit van een gebied. Hun plan om van de Achterhoek weer een ‘werkend landschap’ te maken viel bij de jury van de Eo Wijersprijs in de smaak vanwege ‘de coherente kijk op het landsgrensoverschrijdende bodem- en watersysteem’ en de aandacht voor de kracht van de regio. Deze diepgravende benadering van het (cultuur)landschap komt voort uit liefde voor de Achterhoek, maar vooral ook uit de manier waarop Horst en Hermens samenwerken: ieder vanuit zijn eigen specialisme, waarbij ze elkaar overlappend en aanvullend.

 

Oerkracht

Landschapsarchitect Hermens studeerde in 2010 af in Wageningen. ‘Daar ging het toen nog vooral over ingrijpen in het landschap. Voor de oude garde in de vorm van ruilverkavelingen, voor de nieuwe garde in de vorm van brave statements. Ik voelde me meer thuis bij de minderheid die pleitte voor terughoudendheid en het zorgvuldig maar gedurfd ingrijpen. In mijn eerste jaren als professional sterkte een kort mentorschap van Michael van Gessel mij in die ontwerpfilosofie.’ Tijdens zijn studie richtte Hermens zich op de manier waarop mensen met het landschap omgaan. ‘Het leukste vind ik, om mezelf te werpen op ‘knopen’ waardoor een landschap niet meer functioneert.’

 

Die benadering is terug te vinden in de meermalen bekroonde scriptie die hij schreef met medestudenten Jaap van der Salm en Chris van der Zwet over de Amerikaanse stad New Orleans na orkaan Katrina. In hun voorstel voor gebiedsherstel na de verwoestingen vormt het oorspronkelijke landschap een belangrijk uitgangspunt. ‘Ik was ervan overtuigd dat als je uitgaat van de ‘oerkracht’ in een landschap, je dat landschap weer kan laten functioneren en tegelijkertijd dichter bij de mens kan brengen.’

 

Landschap dichter bij de mens brengen is ook wat erfgoedspecialist Martijn Horst graag doet. Zijn interesse in het cultuurlandschap ontstond tijdens zijn studie Natuur en Landschapstechniek aan Hogeschool Van Hall Larenstein. ‘Toen ik die opleiding had afgerond, startte professor Theo Spek in Groningen net met de studierichting landschapsgeschiedenis. Ik hoorde bij de eerste lichting studenten.’ Het bleek een gouden greep. Als erfgoedspecialist verzamelt hij kennis die opgeslagen ligt in ons oude cultuurlandschap, en bundelt deze in landschapsbiografieën. Die kunnen een solide basis vormen bij gebiedsontwikkelingen en andere ruimtelijke opgaven.

Peter Hermens en Martijn Horst: 'We zijn in de ruimtelijke ordening te lang afgescheept met een accountantsmentaliteit.'

 

Duizend jaar

‘Als ik samenwerk met Martijn voel ik me heel erg verwend’, vertelt Hermens. ‘Zijn kennis van het landschap, de cultuurhistorie, de ontstaansgeschiedenis zorgen ervoor dat je meteen de diepte in kunt met je ontwerp. Het wordt veel rijker, omdat je tot op elk detail iets kunt vertellen. Wat prettig is aan Martijn, is dat hij heilige huisjes niet schuwt en ook naar de toekomst kijkt. Wij overlappen veel in onze werkwijze, maar drukken wel ieder ons eigen stempel op projecten.’

 

Horst en Hermens ontmoetten elkaar in 2015 tijdens de door branchevereniging BNA geïnitieerde ontwerpstudie over adaptieve dijken. Hermens: ‘Landschapskunstenaar Jeroen van Westen had een ontwerp- en onderzoeksteam samengesteld om te werken aan een inzending voor de locatie Waaldijk. Ook toen was de vraag: hoe kunnen we zo’n duizend jaar waterbeheer omkeren? Een soort regressief ontwerp.’ Een interessante exercitie, vult Horst aan, want als je met een plan ergens naartoe beweegt, houdt dat in dat je ook iets gaat opgeven. ‘Het mooie van dit project was, dat je tegelijkertijd heel grootschalig én in detail kon kijken. Deze manier van denken zit ook weer in ons Eo Wijers-voorstel.’

 

Het idee voor een ‘aardkundig fundamentalisme’ kwam dus niet uit de lucht vallen, benadrukt Horst. ‘Deze manier van denken is voor ons niet nieuw en de term aardkundig fundamentalisme stamt al uit 2018.’ Hij zag de prijsvraag dan ook als een prachtige kans om dit gedachtegoed met een breed publiek te delen. ‘Het mooie was dat we gedwongen werden om wat we prediken heel duidelijk te formuleren. We hebben het serieus aangepakt: ik de historische kant, Peter en zijn collega Maarten Schenk de ontwerpkant. We hebben het team bewust klein gehouden. Onze ervaring is, dat je ideeën dan beter overeind blijven. Dat we gewonnen hebben, betekent erkenning voor onze manier van werken. Je bent niet langer een roepende in de woestijn.’

 

Fictieve religie

Horst en Hermens stellen met hun plan voor de Achterhoek vast dat we in onze omgang met het landschap ontaard zijn, met als resultaat ‘een landschap waarin regenwater zo snel mogelijk wordt afgevoerd, natuur vanuit Europa zwaar beschermd moet worden, infrastructuur dwars door land en gevoel splijt en waar een disbalans in landbouw en wonen is gekomen.’ Om naar een nieuw toekomstperspectief toe te werken, introduceren ze een nieuwe, fictieve religie – vandaar de naam Aardkundig Fundamentalisme – met zeven religieuze stappen om ‘geheemd en geaard’ te worden. Ze leggen nadruk op het begrip rentmeesterschap, en in plaats van het landschap steeds maar weer aan te passen aan onze activiteiten, pleiten ze ervoor om activiteiten te laten aansluiten bij de oorspronkelijke landschapskenmerken. Kortom, het aardkundig fundament, dat ‘onschendbaar is voor elk type besluitvorming’. De zeven stappen worden vergezeld door zeven ‘overstijgende vergezichten’, die inspireren en motiveren. Hermens geeft een voorbeeld. ‘In 2027 moeten we voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Als we op de huidige voet doorgaan heb je tegen die tijd iets minder vervuild water. Wat is dat voor een ambitie?! Wij leggen de lat hoog en stellen: al het water moet dan drinkbaar zijn en de hele Achterhoek is dan één grote vistrap.’ Hij citeert Paul Roncken, provinciaal adviseur in Utrecht die dit ‘overtoepen’ noemt. ‘Je hebt een tabula scripta, je hebt een uitdaging. Hoe vergroot je die zo ver uit dat je de opgave eigenlijk overschrijdt? Je verandert het perspectief.’

 

Landschapsmatrix

Een van de sterke punten in het plan is de overtuigende manier waarop de religieuze stappen zijn uitgewerkt. Voor iedere stap is er een verleden, een heden en een aansprekend toekomstperspectief gevisualiseerd. Om hun ideeën voor het Achterhoekse landschap zo aanschouwelijk mogelijk vorm te geven, maakten Horst en Hermens gebruik van de landschapsmatrix, een instrument dat ze vaker inzetten. Het is een schematisch overzicht van de natuur- en cultuurlandschappen in een gebied. Horst: ‘Daarmee kun je op een vereenvoudigde manier naar het landschap kijken. Meestal voor een terugblik, maar ook om toekomstige ontwikkelingen te laten zien. Het is een prettige manier om het verhaal van het landschap over te brengen. Door de matrix te combineren met een set toekomstscenario’s, praat je niet langer langs elkaar heen, maar begrijp je elkaars standpunten beter.’

 

Hermens: ‘Ik had altijd frustratie over het woord “inpassen”, alsof dat de enige optie is. De matrix helpt om cultuurhistorie te zien als iets in ontwikkeling; er is diversiteit, je hebt meerdere scenario’s. Zo focussen we bij Natura 2000-projecten waar we in samenwerken vooral op “culturele identificatie”, dus hoe mensen zich verhouden tot natuurgebieden. En in de Eo Wijers-inzending staat dus het scenario “aardkundig fundamentalisme” centraal, een combinatie van aardkunde en identiteit.’

 

In de Achterhoek is de identiteit nauw verbonden met het cultuurlandschap – voor beiden bekend terrein. Horst woont in Overijssel en heeft een voorliefde voor de oostelijke zandgronden, Hermens woonde er zelfs een tijdje. ‘Wij houden van de Achterhoek, iets wat de jury herkende in onze inzending.’

 

Kleinkinderen

Hermens keerde in 2014 terug naar zijn Brabantse geboortestreek. ‘Mijn vrouw en ik konden hier een oude boerderij opknappen, en ik ben voor mezelf begonnen. Ik wilde voorheen niet aan projecten in mijn eigen woongebied werken, maar dat doe ik nu wel omdat ik iets wil doen voor de plek waar mijn kinderen opgroeien. We zien dingen waarvan we denken: daar moet aan gewerkt worden, er is urgentie.’

 

Hoewel er zeker geen gebrek is aan werk in deze tijd van grote opgaven, is het de vraag waar je in het politieke landschap het verschil kunt maken, stelt Horst. Hij en Hermens zien verbondenheid met plek en aarde als een uitweg uit de vele crises die ons landschap in hun greep houden. ‘Ontwerpen doe je voor de kinderen van je kinderen van je… nou ja, zeg de zevende generatie. Gebieden waarover je je afvraagt hoe onze kleinkinderen hier nog gaan leven en overleven.’ Aan oplossingen geen gebrek, wijst Hermens naar de ruimte om ons heen. ‘We zitten hier in een voormalige kippenschuur op het terrein van ondernemers die een agroforestry-kwekerij hebben opgezet, gebaseerd op de principes van permacultuur.’ Met dit bedrijf werkt hij regelmatig samen. ‘We hebben een project lopen voor de realisatie van proefpercelen, om boeren stap voor stap mee te nemen in een transitie en daar perspectief te vinden.’ Om te illustreren hoe de gangbare landbouwmethoden de grond uitputten, noemt hij het voorbeeld van de Usseler Es bij Enschede. Bij het ontwerp voor een herenboerderij ontdekte hij dat het koolstofgehalte in de bodem van een dikke 10 procent in 60 jaar tijd is teruggelopen tot slechts 2 procent. ‘Het is tijd voor een nieuwe koers, op basis van het aardkundig fundament.’

 

Acountantsmentaliteit

Horst en Hermens zijn ervan overtuigd dat voor de ‘grote verbouwing’ van het landelijk gebied hun methode ook door anderen kan worden toegepast. Horst: ‘Na het winnen van de Eo Wijersprijs en de enthousiaste reacties op het aardkundig fundamentalisme, willen we deze werkwijze met zoveel mogelijk mensen delen. Als je met z’n allen gaat praten en je gebruikt de kracht van de regio, dan kun je binnen ons concept bepaalde kenmerken sterker accentueren.’ Hermens benadrukt nog maar eens het belang van een verfijnde en zorgvuldige aanpak, maar wel met stevige en duidelijke perspectieven voor de toekomst. ‘We hebben heel bewust gekozen voor een bottom-up gestoelde werkwijze. We zijn in de ruimtelijke ordening te lang afgescheept met een accountantsmentaliteit, waarin cijfers, regels en geldbedragen de koers bepaalden. Terwijl visie nodig is en daarvoor moet je een groter verhaal hebben. Wij hopen dat we het aardkundig fundamentalisme kunnen uitbouwen tot een regioperspectief, dat mensen activeert om ermee aan de slag te gaan.’