ONTWERPSCHOLEN aan het woord (10): HKU

Marinda Verhoeven, directeur HKU Design: ‘Via de vakken schilderen en beeldhouwen leer je beter kijken’

 

‘Voorheen hadden we twee studierichtingen, interieurarchitectuur en Urban Design. Vanwege veranderingen in de Wet op de architectentitel en de introductie van de beroepservaringsperiode hebben wij onze bacheloropleiding opnieuw gedefinieerd. We hebben beide studies samengevoegd onder de noemer Spatial Design, een studie waarin het gaat om vanuit artistieke en esthetische principes het gebruik en de beleving van ruimtes – van interieur tot landschap – te beïnvloeden.'


'In vier jaar stimuleren we studenten om zo veel mogelijk hun eigen pad uit te stippelen. Het onderwijsprogramma is grofweg als volgt opgebouwd: verkenning in het eerste jaar, verdieping in het tweede jaar, stage en professionalisering in het derde jaar, afstuderen in het vierde jaar. Binnen dat raamwerk vullen studenten opdrachten of ontwerpprojecten zoveel mogelijk zelf in. Ze kunnen bijvoorbeeld een bestaand vraagstuk bij de kop pakken, of juist zelf een opgave formuleren.

 

Onontbeerlijk voor ontwerpers is creativiteit, het scheppend vermogen – een belangrijk criterium ook in de toelatingseisen. In het eerste jaar maken studenten bijvoorbeeld kennis met schilderen en beeldhouwen om zo beter te leren kijken en dat weer te benutten bij het bedenken van succesvolle concepten. In ontwerpvakken leren ze methoden om te experimenteren, om zo tot goede ideeën te komen. Door de nadruk op het scheppend vermogen zijn onze afgestudeerden in staat om zaken sneller in gang te zetten. Door mensen iets voor te leggen, soms utopisch, soms controversieel, ontstaan gesprekken en discussies waardoor planprocessen nieuwe wegen in kunnen slaan.

 

Op een hogeschool voor de kunsten is het lastig om te bepalen in hoeverre onderzoek een rol moet hebben in het onderwijs. In lectoraten en vier zogenoemde expertisecentra over bijvoorbeeld creatief ondernemerschap en nieuwe technologieën doen we kennis op dat in het onderwijs gebruikt wordt. Binnen Spatial Design spreek ik bij voorkeur van “maakonderzoek”: we maken studenten bewust van wat achter creativiteit zit. Natuurlijk is dat intuïtie, persoonlijke interpretatie en gevoel, maar dus ook methodieken om tot ideeën te komen en werkwijzen waarmee studenten hun soms abstracte gedachtes onder woorden kunnen brengen.’ 

 

Mark Hendriks