Column: Een geslaagd ontwerp

Door: Mark Hendriks

 

Omdat ik binnenkort meedoe aan het hardloopevenement Tilburg Ten Miles (16 kilometer dus), jogde ik afgelopen zaterdag ter voorbereiding over het zogenoemde ‘lint’ in het Utrechtse Maximapark. Het brede asfaltparcours is op de kop af acht kilometer lang, dus ik maakte twee rondes. Het lint heeft altijd mijn aandacht gehad. Jaren geleden mocht ik op verzoek van de gemeente een boek schrijven over het ontwerp en de totstandkoming van wat toen nog Leidsche Rijn Park heette. Ik was meteen gefascineerd door de simpele ontwerpprincipes achter het lint. Het moest niet alleen een veel gebruikt parcours worden, maar bovenal een heldere en scherpe parkgrens zijn. Bedenker Adriaan Geuze legde het me ooit uit: ‘Als je het lint oversteekt ben je in het park, als je terugloopt ben je er weer uit.’

Voor mijn werk zie ik veel landschapsarchitectonisch en stedenbouwkundig werk, maar niet vaak bekruipt me het gevoel dat een ontwerp zo geslaagd is als dat van het lint. Op een van de laatste zomerdagen van het jaar is het een komen en gaan van wandelaars, fietsers, wielrenners, skaters, skeeleraars en hardlopers. Op de ietwat theatraal vormgegeven banken rusten ouderen uit, genieten gezinnen van een lunch en zitten verliefde stelletjes hand in hand. Het was een trainingsronde over een snijlijn van landschap en stedenbouw. Aan de ene kant het ontluikende park, waar de bomen elke maand groter worden en het frisse groen je tegemoet knalt. Aan de andere kant de vele gezichten van ’s lands bekendste nieuwbouwwijk: de vrije kavels in uiteenlopende architectuur, maar ook rijtjeswoningen en een winkelcentrum, de dorpsrand van Vleuten, het Romeinse museum Hoge Woerd, het water van de Haarrijnse plas, en soms zelfs zicht op de relicten van wat ooit een tuindersgebied was.

 

Deze column verscheen eerder in het e-zine van augustus