Column: Gebruik het gras

De voormalige kloostertuin in het hart van Litomysl.

 

Door: Mark Hendriks

 

Door al dat bottom-up- en participatiegeweld in Nederland zou je haast vergeten dat dit in de rest van de wereld helemaal niet zo gangbaar is. Dat ondervind ik bijvoorbeeld als ik voor de internationale publicatiereeks Landscape Architecture Europe voormalige Oostbloklanden bezoek. Zo was ik drie jaar geleden in Boedapest waar landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen uit alle macht proberen om de herinrichting van de openbare ruimte open te stellen voor de wensen en belangen van burgers. En deze week maakte ik in het Tsjechische stadje Litomysl kennis met een participatieproject rondom het herontwerp van een rivieroever.

Workshops om problemen, wensen, kansen en zorgen te inventariseren, evenementen en schoolprojecten om het gebied ‘tussen de oren te krijgen’, uitvoerige discussies met de ontwerpers en initiatieven om de betrokkenheid van bewoners ook na realisatie vast te houden – het klinkt allemaal vanzelfsprekend, maar in Tsjechië komt dit nauwelijks nog voor. Of zoals ontwerper Martin Frei me toevertrouwde: ‘In reguliere opdrachten weten wij niet wat bewoners willen. Dan is het een kwestie van gokken.’ Het gebrek aan bewonersparticipatie is een erfenis van de communistische overheersing. Ruim vijftig jaar deden de Oost-Europese regimes er alles aan om de meest fundamentele betekenis van de publieke ruimte – namelijk een collectieve ruimte voor zelfexpressie, ontmoeting en demonstratie – uit te wissen.

 

Alles wat enigszins als een individuele uiting kon worden gezien, en daardoor misschien strafbaar, werd vermeden. Een picknick in het park was er niet bij, laat staan dansen op een plein of een romantische zoen van een verliefd koppel. De hond uitlaten en op een bankje zitten – daar bleef het bij. De straten en pleinen hadden voor burgers geen waarde, laat staan dat overheden hen mee lieten praten over de inrichting en het ontwerp.

 

Die diepgewortelde kloof tussen de publieke ruimte en het publiek wordt stap voor stap gedicht. Het rivierproject in Litomysl is geïnitieerd door een bewonersgroep die zich niet toevallig Generation 89 noemt en wordt ondersteund door een stichting in Praag, opgericht door een rijke zakenman met als doel om met privaat geld gemeenten, burgers en ontwerpers wegwijs te maken in de wereld van de bewonersparticipatie.

 

Dat Litomysl voorop loopt, is geen toeval, aldus Daniel Brydl, lid van de bewonersgroep en zoon van de eerste burgemeester na de revolutie van 1989. De eerste actie van zijn vader was het openstellen van een afgesloten kloostertuin in het hart van de stad. Sterker nog, vader Brydl ging naar de cafés en door de straten om de mensen uit te nodigen voor een grootse picknick. ‘Gebruik het gras, het is van jullie’, zou hij hebben geroepen. Zijn simpele gebaar bevatte een krachtige boodschap: het was de definitieve afrekening met het communisme.