Nieuwe serie: De regio van de toekomst

BNSP en NVTL voeren in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken de ontwerpverkenning Regio van de toekomst uit. In vier regio’s doen acht ontwerpteams ontwerponderzoek naar de grote opgaven die in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) aan bod komen. In een speciale blogserie doet Blauwe Kamer verslag. Vandaag aflevering 1.

Deelnemers bijeen in Barneveld voor een kennismaking met het ontwerpproject 'Regio van de toekomst'.

 

Door: Marieke Berkers

 

Op een zonnige ochtend in juli komen landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen bijeen in Barneveld voor de start van de ontwerpstudie ‘Regio van de Toekomst’. Deze eerste bijeenkomst staat in het teken van introductie en kennismaking. Wat moet er de komende maanden gebeuren, welk team gaat waar aan de slag en wie wil met wie samenwerken? 

 

Het doel van het ontwerptraject: het formuleren van regionale ontwerpperspectieven op de grote maatschappelijke opgaven die centraal staan in de Nationale Omgevingsvisie. Deze zogenoemde NOVI moet namelijk richting geven aan de grote verbouwing waarvoor Nederland staat. Vraagstukken op het gebied van klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw raken elk schaalniveau: van het huis en de straat tot en met steden en landschappen. Opgaven gaan over gemeente- en provinciegrenzen heen en vragen om een nauwe samenwerking tussen uiteenlopende disciplines.

De vraag is hoe we voorkomen dat de NOVI een abstracte woordenbrij wordt zonder effect op de praktijk. Volgens NOVI-directeur Emiel Reiding is het antwoord even simpel: door niet te denken vanuit ruimteclaims, maar vanuit gebieden. ‘Alleen zo kun je opgaven koppelen en in samenhang brengen.’ Reiding hoopt verder dat het ontwerponderzoek omstreden ontwikkelingen in een positief daglicht plaatst, bijvoorbeeld als het gaat om de bouw van windparken.

 

Het is al met al een ambitieus initiatief. Naast de verwachtingen van Reiding zien de beroepsverenigingen BNSP en NVTL het ontwerptraject als middel om scherp in beeld te krijgen wat op rijksniveau geregeld moet worden, zodat de vier regio's voortvarend met de opgaven aan de slag kunnen. Sterker nog, volgens voorzitters Rob van der Velden en Ben Kuipers is het een uitgelezen kans om als vakgemeenschap invloed uit te oefenen op de inhoud en de koers van de NOVI. De vier regio’s – Rotterdam-Den Haag, Flevoland, Eemsdelta-Waddenkust en Arnhem-Nijmegen-Food Valley – hopen op hun beurt dat de ontwerpteams vooral bruikbare antwoorden formuleren op hun vragen (zie kader).

De verschillende verwachtingen kunnen op termijn tot spanningen leiden. Moeten de teams zich straks richten tot de Tweede Kamer – die uiteindelijk de NOVI vaststelt – of moeten hun bevindingen en ideeën vooral in de regio’s coalitievorming in de hand werken. Of kan het beide?

 

Het invloed uitoefenen op de NOVI is hoe dan ook spannend, niet in de laatste plaats omdat al in december een ontwerp-NOVI verschijnt. Wat is het effect hiervan op de daadkracht van de teams die dan nog vol aan de bak zijn? Bovendien hebben planning en ontwerp niet meer de autoriteit die ze pakweg twintig jaar geleden hadden. Over de uiteindelijke boodschap praten in ieder geval zes departementen en vele regio's mee. Het is dus behoedzaam opereren om in de NOVI harde noten te kraken of ruimtelijke keuzes te presenteren waar de regio's mee verder kunnen. In de komende maanden zullen we zien in hoeverre de ontwerpstudies uit ‘Regio van de toekomst’ het verschil kunnen maken.

 

Vier regio’s, vier opgaven

Tussen Rotterdam en Den Haag gaan teams aan de slag met circulaire economie. Wat zijn de ruimtelijke consequenties? In de Eemsdelta en langs de Waddenkust draait het om de spanning tussen ontwikkelingen op het vlak van energiewinning en de bouw van datacenters enerzijds en de kwaliteit van waardevolle landschappen anderzijds. Mobiliteit en verstedelijkingsdruk staan centraal in de regio Arnhem-Nijmegen-Food Valley. In Flevoland verkennen teams hoe de vernieuwing van de landbouw aansluit bij andere maatschappelijke opgaven. Voor meer info over de regionale vraagstukken, klik hier.