Rem Koolhaas richt zich op het platteland

Op 20 februari opent de tentoonstelling Countryside, The Future in het New Yorkse Guggenheimmuseum. In deze tentoonstelling adresseren Rem Koolhaas en Samir Bantal van OMA-AMO de milieuproblemen, de politiek en de sociaal-economische ongelijkheid in het niet-stedelijke deel van onze planeet.

 

Het platteland is een opvallend thema voor een man die zijn hele carrière gefascineerd is geweest door metropolen. In het artikel De durfal en zijn surfboard voor De Groene Amsterdammer beschrijft Christophe Van Gerrewey de carrière van Rem Koolhaas. Die begon in de jaren ’70 met het boek Delirious New York, waarin Koolhaas de ongekende mogelijkheden van de kapitalistische wereldstad prijst. Het ondernemerschap “maakte het mogelijk om efficiënt, snel en compromisloos architectuur te realiseren, zonder angst, zonder een verlammend respect voor het verleden, en ook zonder de bewonersgroepen en wethouders die in het Nederland van de jaren zeventig de dienst uitmaken.”

 

Ruim 40 jaar later is de vrijheid van het ondernemerschap in de metropolen omgeslagen in een dictatuur. 'In steden wordt ons gedrag, of we nu toeristen of bewoners zijn, voortdurend gemanipuleerd en gecontroleerd. Alles is braaf, ongevaarlijk, cute, sympathiek, instagramable en comfortabel; verrassing en avontuur – het spannende vermoeden dat in de stad alles mogelijk is – bestaan niet meer.' Reden genoeg voor Rem Koolhaas om zijn pijlen te richten op het platteland, 'dat niet alleen eindelijk begrepen maar ook getransformeerd moet worden.'

 

Vorig jaar besteedde Blauwe Kamer uitgebreid aandacht aan het platteland. Daarin onder meer een gesprek met Samir Bantal.