Tot 14 augustus is de tentoonstelling Countryside, The Future te zien in het New Yorkse Guggenheimmuseum. De expositie, samengesteld door Rem Koolhaas en Samir Bantal van OMA-AMO, gaat over de milieuproblemen, de politiek en de sociaaleconomische ongelijkheid op het platteland. Blauwe kamer sprak in 2018 met Samir Bantal over de voorbereiding van de tentoonstelling en over de crisis op het platteland.
Tekst JaapJan Berg | Foto Christiaan Krouwels
Het onderzoek en de tentoonstelling focussen op ‘niet-urbane gebieden’ in de wereld. Hoe verhoudt die omschrijving zich tot landschap en platteland?
‘Platteland is een beperkt en lastig begrip. Er zijn immers talloze variaties en nuanceringen in omloop. Denk aan Hinterland, ommeland of periferie. De condities zijn ook zeer
uiteenlopend. Soms is het gebied bijzonder gecultiveerd en kunstmatig, zoals grote delen van de Nederlandse delta. Elders gaat het om pure wildernis.
‘Wij zien platteland in dit onderzoek als alles buiten de stad. Zo kunnen we het onderwerp zo breed mogelijk in het vizier houden.
‘Overal vinden onopgemerkt transities en transformaties plaats die duiding behoeven. De impact van die veranderingen is te groot om te negeren. De thema’s en verhalen – variërend van de gevolgen
van klimaatverandering, het ontstaan energielandschappen tot krimp en leegloop – willen we vooral laten zien en bediscussiëren met vakgenoten en een breed publiek. Verwacht dus geen
ontwerpoefening of een poging om tot een overkoepelend verhaal voor het veranderende platteland te komen – laat staan oplossingen voor de vele thema’s die spelen. Het is ook geen onderzoek dat
gebaseerd is op een ethische positie. We blijven weg van oordelen over wat goed of fout is.’
Waarom juist nu aandacht voor het platteland?
‘Het idee ontstond na een bezoek aan een klein dorp in de Zwitserse Alpen. Op het eerste gezicht lijken het dorp en het landschap
onveranderd. Maar schijn bedriegt: de oorspronkelijke bewoners zijn vertrokken en agrarische activiteiten gedecimeerd. Dit betekent dat traditionele symbolen als koeien en kaas zijn vervangen
door elementen als wellness en leisure. Boeren en knechten hebben plaatsgemaakt voor masseurs en nanny’s. Het is een ontwikkeling die herinnert aan de klassieke, tegengestelde
typologieën van otium en negotium – ontspanning en arbeid. Wat ons vooral interesseert zijn de mogelijke relaties en ambigue verschijningsvormen van beide begrippen in het
huidige platteland. Daarnaast willen we meer weten komen over de mondiale dynamiek tussen stad en ommeland die aan deze ontwikkelingen ten grondslag liggen.’
Waar moeten we dan aan denken?
‘Veranderingen op het platteland hangen samen met geopolitieke, klimaatgerelateerde en economische ontwikkelingen die niet direct in de nabijheid plaatsvinden. Journalist en theoreticus Niklas
Maak levert een bijdragen aan de tentoonstelling met een onderzoek naar de transitie van een dorp vlak bij een bruinkoolmijn in het Ruhrgebied. Onder druk van de overheid moesten de bewoners
vertrekken, zodat de winning van bruinkool – en aantasting van het landschap – ongehinderd kon doorgaan. Dat lege dorp is nu opnieuw in gebruik genomen voor de tijdelijke huisvesting van Syrische
vluchtelingen. Dit voorbeeld laat zien dat het platteland ruimte biedt aan ontwikkelingen en functies die in steden niet mogelijk zijn – al was het maar omdat de weerstand onder
plattelandsbewoners lager is dan in de steden.’
__________
‘Wij willen de sluipende, soms razendsnelle en relatief onzichtbare transformaties beter begrijpen’
__________
Waarom is het platteland een ontwerpopgave?
‘De effecten van mondiale veranderingen trekken diepe sporen. Neem nou de automatisering en robotisering in de landbouw. Dat zorgt niet alleen voor een afname van arbeidsplaatsen. De boer,
eeuwenlang de voornaamste beheerder en bewerker van het landschap, krijgt te maken met steeds meer andere partijen en belanghebbenden.
‘Dit transitieproces leidt tot de bouw van enorme productiehallen en complexen waar nieuwe vormen van landbouw zijn ondergebracht. Dat heeft een enorme impact op de ruimtelijke kwaliteit. Deze
complexen, evenals datacenters en opslaghallen, hebben vrijwel geen andere relatie met hun omgeving dan het innemen van ruimte en het aantakken op een infrastructuur voor de aan- en afvoer van
grondstoffen en producten. Deze bouwwerken komen over het algemeen zonder noemenswaardige invloed van ruimtelijk ontwerp tot stand.
‘Hoe ingrijpend ook, onze drijfveer is niet het verlangen naar een nieuw Arcadië. Het is het sluipende, soms razendsnelle en relatief onzichtbare karakter van deze transformaties dat we beter
willen begrijpen.’
Is het platteland weerloos?
‘Als je naar bepaalde schaalvergrotingsprocessen in de wereld kijkt, komen het platteland en het landschap er slecht vanaf. Sommige gebieden in de Verenigde Staten dienen uitsluitend nog als
productielandschap. Voor de oogst worden enorme machines aangevoerd om de klus te klaren. Na voltooiing blijft het platteland verweesd achter. Van de harmonie tussen de boer en zijn grond is in
die streken weinig meer over – van de biodiversiteit misschien nog wel minder.
‘We kunnen over het verlies van dit romantisch-historische beeld treuren, maar we kunnen ook op zoek gaan naar mogelijkheden. Het gaat hier immers om gebieden die klaarblijkelijk goed bereikbaar
zijn en dus tussen de oogstperiodes op andere manieren gebruikt kunnen worden. Een voorbeeld zijn de wilde mustangs in het niemandsland tussen de kolossale gebouwen van een Tesla-fabriek in Reno.
Het levert een vreemde botsing op van cowboyromantiek en de enscenering van Blade Runner. Maar met de huidige ontwikkelingen zijn we daar over een paar jaar wel aan gewend.
‘Op andere plekken gaan de ontwikkelingen voorbij aan de weerloosheid van het landschap. Er worden kunstmatige landschapen gecreëerd die hun waarde ontlenen aan technologische innovatie en de
ruimtelijke positie in een netwerk. De natuurlijke condities worden geneutraliseerd – die doen er gewoon niet meer toe. Het Westland is daar een voorbeeld van, al is hier het ruimtegebrek de
belangrijkste motor achter concentratie en innovatie.’
Is de tentoonstelling vooral bedoeld om bestaande en nieuwe kennis te delen?
‘We willen met de tentoonstelling in het Guggenheim architecten laten zien dat ze zich niet langer alleen met stad en stedelijkheid moeten bezighouden. Er zijn uitzonderingen, zoals
de ontwerpers van Superstudio die met hun ontwerpen waarschuwden voor een te ver doorgeschoten modernisme dat ten koste ging van een rurale en eenvoudige levensstijl.
__________
‘Leiders als Mussolini, Stalin en Mao zetten het landschap in als motor van en podium voor modernisering’
__________
‘Daarnaast verhouden we ons tot de politiek, zowel in retrospectief als agenderend. In historisch opzicht is er een en ander te zeggen over de betekenis van het platteland bij bepaalde
totalitaire regimes. Politieke leiders als Mussolini, Stalin en Mao herkenden de mogelijkheden en zetten het landschap in als motor van en podium voor modernisering.
‘Tegenwoordig zien we dat een land als China het platteland bekijkt als een noodzakelijk ontwikkelingsgebied nu de steden tegen de grenzen van hun groei aanlopen. Het platteland wordt als gebied
én als levensstijl in stelling gebracht door de machthebbers. Het wordt bijvoorbeeld gepromoot en gecultiveerd om bestaande bewoners aan te sporen er te blijven wonen, en dus niet naar de stad te
trekken. Daarin schuilt een cultuurhistorische lading die wel vaker wordt gebruikt en appelleert aan noties als nostalgie en gezond leven.
‘Tegelijk wordt datzelfde Chinese platteland steeds meer gepland en bestuurd als een netwerk van georganiseerde productiedorpen die de motor van een nieuwe economie zijn. Dit proces raakt aan
onze hypothese dat om het leven in onze steden overeind te houden een transformatie van het platteland nodig is. Daarom vragen we aandacht voor de wijze waarop de grenzen tussen stad en
platteland vervagen en vorm moeten krijgen. Maar ook welke partijen, anders dan de overheid, aangesproken moeten worden om de ontwikkeling en de conservering van het platteland zorgvuldig ter
hand te nemen.’