De Groene Loper heelt de stad én verbindt Maastricht weer met het landschap

Na de ondertunneling van de A2 kwam op het tunneldak een langgerekt, maar weldadig park. De kwaliteitsverbetering staat buiten lijf, al voelt de Bourgondische vormentaal wat vreemd aan.

 

Tekst: Engeli Kummeling

Foto's: Jonathan Vos

 

Sinds enkele jaren slingert er volgens Maastrichtenaren een ‘greune luiper’ door hun stad; een langgerekte parkruimte die is ontstaan door de ondertunneling van de snelweg A2 en de autoweg N2, die tot voor kort dwars door de stad liepen. Het contrast met de oorspronkelijke situatie kan eigenlijk niet groter. Waar voorheen auto’s praktisch bumper aan bumper reden, zie je nu wandelaars, fietsers, joggers, skaters en scootmobiels op de door West 8 ontworpen brede promenade die een centrale plek inneemt in de Groene Loper.

 

Uit de totstandkoming van die Groene Loper blijkt de hechte gemeenschap en de sterke bestuurscultuur van Maastricht. Men is altijd bezig de stad op elke plek te verbeteren en bewoners zijn steevast betrokken. En op deze plek stond het buiten kijf dat de leefbaarheid van de wijken langs de A2 een verbeterslag verdiende, maar de doorstroming van het internationale en regionale autoverkeer mocht niet belemmerd worden. Een brede en intensieve samenwerking tussen overheden, marktpartijen en omwonenden leidde tot een ingenieuze ondertunneling. Aanvankelijk waren twee tunnelbuizen bedacht, uiteindelijk kwamen er vier. Zo ontstond de eerste dubbellaagse tunnel van Nederland, met een tracé van 2,3 kilometer tussen kruispunt Geusselt en knooppunt Europaplein.

 

Deze civieltechnische ingreep bleek cruciaal voor de stedenbouwkundige kwaliteit. Op het vernieuwde maaiveld is er immers alleen nog langzaam rijdend wijkverkeer toegestaan. En door het stapelen van de tunnels is er bovendien meer ruimte voor de aanplant van nieuwe, inheemse bomen waardoor een herkenbaar laanprofiel kon ontstaan. Natuurlijk kostte het project een flinke duit, maar het resultaat kent een enorm multipliereffect: de wijken in het oostelijke stadsdeel zijn verbonden en er is een schitterende verbinding gemaakt naar het buitengebied. Richting het noorden sluit de Groene Loper als doorgaande fietsroute aan op de beukenlanen van het historische Buitengoed Geul en Maas. Daarbij zijn alle obstakels en kruisingen met gemotoriseerd verkeer weggenomen, zoals met een toegevoegd fietsviaduct.

 

Scheutje Franse barok

De naoorlogse wijken aan de Groene Loper worden gekenmerkt door middelhoge bebouwing in Wederopbouwarchitectuur. De bebouwingskarakteristiek is stoer, zakelijk en modernistisch. Opvallend genoeg volgt de vormentaal van de Groene Loper deze karakteristiek niet. De ruimte is symmetrisch ontworpen met de promenade als klassieke hoofdas. Hogere groenelementen, zoals beukenhagen gesnoeid tot ‘reuzenpilaren’, staan op enkele kruisingen met deze as. Dit deel van de Groene Loper refereert dan ook aan de Franse 17de-eeuwse barokke tuinarchitectuur.

 

Is daarmee de plank misgeslagen? Twee eeuwen geleden was Maastricht weliswaar een sterk verfranste stad, maar na de Franse Revolutie kreeg het sociaal-culturele klimaat een andere wending. In de stedenbouw en architectuur heeft de Franse geschiedenis dan ook weinig nagelaten. Natuurlijk staat de stad te boek als bourgondisch, maar om een hedendaags park te ontwikkelen met de vormen uit deze geschiedenis, is op zijn minst vreemd te noemen. Misschien iets te geforceerd, gezien de ligging in een naoorlogs stadsdeel. Aan de andere kant leven we ook niet meer in de jaren 1950; wellicht is er nu een verlangen naar een klassieke esthetiek.

 

Dankzij de royale breedtemaat heeft de promenade een gevoel van rust en veiligheid en van degelijkheid, continuïteit en verbinding. Door deze ruimte voor ontmoeting met hoge verblijfskwaliteit wordt de Groene Loper dan ook veel gebruikt door omwonenden en passanten. Het bestaande Vrijheidspark is opgenomen in de Groene Loper en heeft een boost gekregen door de inpassing van een horecapaviljoen en een speeltuin. In dit deel is ook een glooiende ligweide en een ‘bijenlint’ gerealiseerd – een bloemenstrook voor wilde bijen. 

Het materiaal en de inrichtingselementen hebben een zachte, vriendelijke uitstraling. Zoals de bestrating met natuurlijk GraviLyn; deze halfverharding doet door de zachte geel-beige kleur gelijk denken aan de typische Maastrichtse mergelsteen. Op verschillende plekken staan banken van in lindegroen geverfd staal met een comfortabele houten zitting. De banken nodigen uit even een pauze te nemen, op adem te komen en om je heen kijken. Opvallend genoeg staan de banken op de Groene Loper bijna allemaal aan dezelfde kant, met de rug naar de Maas en de binnenstad en met zicht op het oosten.

 

In de uitvoering zitten nog wel wat losse eindjes. Hier en daar is de uitvoering wat ruw, onaf. Pak bijvoorbeeld de hekwerken nabij de tunnelmond in met groene hagen voor meer verfijning. Wel geldt dat de kwaliteit toeneemt wanneer het groen zich meer ontwikkelt.

 

Groen met blauw

Door de Groene Loper heeft dit stadsdeel een sterke financiële en maatschappelijke impuls gekregen. Naast de transformatie van de openbare ruimte wordt ook bebouwing toegevoegd, met name stadsvilla’s, waarbij West 8 de supervisor is. Daarnaast leidt het succes van de Groene Loper tot inspiratie en navolging. De gemeente denkt na over het slechten van de laatste barrière in de stad: het treinspoor van anderhalve kilometer lang.

 

Bovendien kan de Groene Loper meer ‘doorlopers’ en ‘uitlopers’ krijgen die belangrijke stadsfuncties verbinden en bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit en de gezondheid van de inwoners. Bijvoorbeeld om een meer aantrekkelijke en groenere ontsluiting van het universiteitsterrein, het congrescentrum MECC en het station in Randwyck te verkrijgen. En hoe mooi zou het zijn als de openbare ruimte langs de Maas eveneens verbonden wordt met de Groene Loper? Want hoe dan ook, Maastricht is en blijft óók de stad van de ‘blauwe loper’; de Maas.

 

Dit artikel verscheen eerder in het juninummer van Blauwe Kamer.