De ravage in de Turkse stad Kahramanmaras na de aardbeving van 6 februari. Foto Reuters
Door: Mark Hendriks
Het is je reinste ironie: Turkse experts die ons adviseren over de Groningse aardbevingsproblematiek terwijl in eigen land talloze steden in puin liggen na de zware aardschokken van begin februari. Aan kennis en kunde heeft het niet gelegen, vertelde architect en aardbevingsspecialist Job Schroën mij tijdens het interview dat ik voor dit e-zine met hem had. Volgens hem weten de Turken heel goed hoe je steden aardbevingsbestendig maakt, maar ontbeert het al jaren aan de politieke wil om die kennis in de praktijk te brengen. Het klinkt wrang, maar de ruim 44 duizend doden zijn het gevolg van bureaucratisch falen.
Politieke onwil en bureaucratisch falen. Het zijn kwalificaties die ook van toepassing zijn op het Groninger aardbevingsdossier. Dat bleek nog maar eens uit het verslag dat de parlementaire enquêtecommissie op 19 februari presenteerde. De commissie concludeerde dat de Tweede Kamer onvoldoende opkwam voor het belang van de Groningers en dat premier Rutte de ernst van de zaak te lang heeft onderschat. Bovendien neemt de discussie over wat veilig is karikaturale vormen aan en komt de herstel- en versterkingsoperatie nog altijd moeizaam van de grond.
Terwijl we dus, net als de Turken, al heel lang van de hoed en de rand weten. De gevaren van gaswinning waren, aldus de enquêtecommissie, genoegzaam bekend, maar de uitbaters van de gasvelden hielden die kennis willens en wetens onder de pet. Ook over hoe met het risico op aardbevingen om te gaan is afdoende kennis aanwezig. Zo noemde architect Schroën in het gesprek dat ik met hem had talloze technieken om huizen, dorpen en erfgoederen te beschermen tegen instorten.
Maar, zo zei hij, ook hier ligt de vraag op tafel of we als samenleving bereid zijn de hoge kosten van die maatregelen te dragenWat hem betreft wel, maar de afgelopen jaren tonen het tegenovergestelde. Niet voor niets spreekt de enquêtecommissie van een ereschuld die we als Nederland hebben bij de Groningers. Het is hoog tijd om die in te lossen. Niet alleen met geld en herstelwerk, maar ook door ruimhartig te investeren in openbaar vervoer, dorpsvernieuwing en landschap. Of zoals Commissaris van de Koning René Paas tegen de NOS zei: ‘durf eens schandalig royaal te zijn’.
Deze column verscheen als editorial in het Blauwe Kamer e-zine van maart